Op de pagina Onderwijs & Opvoeding, bij De Opvoedvraag door Maaike Bezemer, is dit keer de titel van het artikel: Is er een goede manier om met tieners te praten over gevoelige zaken?
In dit artikel komt Leoniek van der Maarel aan het woord. Zij is rouwtherapeute en actief voor de ‘Achter de Regenboog’, een stichting die kinderen en jongeren helpt met verliesverwerking.
Zij stelt dat er verschillende redenen kunnen zijn waarom kinderen het niet al te veel over moeilijke zaken willen hebben:
– het dringt wellicht nog niet door
– ze kunnen denken: o jee, opa heeft kanker: hij wordt vast behandeld
– het hangt er ook van af, hoe de band is met degene die ernstig ziek is. Dat kan voor ouders anders zijn (het gaat om je eigen ouders bv), dan voor hun kinderen
– iemand van 60 jaar is in de ogen van kinderen als stok- en stokoud en voor hen kan het een normaal proces zijn, dat zo’n oud iemand ernstig ziek wordt en doodgaat.
– misschien is het lastig voor ze om hun ouders verdrietig te zien. Kinderen kunnen de ouders dan gaan ontlasten: ‘laten we het er maar niet over hebben’.
Advies aan ouders is om je verdriet wel te laten zien aan je kinderen: dit is normaal, het hoort erbij. Openheid is het allerbeste. Zo geef je ook de ruimte aan kinderen om te komen met hun vragen, als ze die hebben.
Taco Rietveld, die veel ervaring heeft in het praten met kinderen, geeft de tip om een dergelijk gesprek ’tussen neus en lippen door’ te beginnen: als je samen in de auto zit, als je samen ergens heen fietst. Echt luisteren is van groot belang én het stellen van open vragen:
– Hoe is dat nou voor jou?
– Hoe denk jij daarover?
– Leg eens uit hoe jij dat ziet.
De ervaring van Taco is, dat kinderen minder ingewikkeld doen dan ouders, ze komen eerder bij de kern. Zijn laatste tip in het artikel luidt dan ook: Vraag het de kinderen zelf! Hoe willen jullie het erover hebben, met wie, wanneer, wat moet ik doen?